|
Angola-blauwfazantje
Het angola-blauwfazantje is een typische
vertegenwoordiger van de groep die soms wordt
aangeduid met de term `blauwe wassnavels`. Deze
aantrekkelijke vinken zoeken meestal voedsel op
de grond, grassoorten en onkruidplanten. Insekten
worden ook in de vlucht gevangen. Het voer moet
regelmatig worden aangevuld met bv meelwormen,
kleine krekels en spinnetjes. Vooral is dat
noodzakelijk gedurende de broedtijd wanneer de
jongen over voldoende dierlijke eiwitten moeten
beschikken voor een goede onwikkeling. Zonder dit
levend voer zullen de ouders er waarschijn delijk
niet in slagen de jongen goed groot te brengen.
Eenmaal aangepast aan hun omgeving, zullen
angola-blauwfazantjes een tiental jaren of meer
overleven. Het aanpassen kan echter in het begin
moeilijk gaan. In een gematigd klimaat kunnen ze
gedurende de zomermaanden in een buitenvoliere
worden gehouden. In de koude wintermaanden
overleven deze vogels echter niet zonder
kunstmatige verwarming en verlichting bij
voorkeur worden ze dan binnenshuis gehouden, wat
ook goedkoper zal zijn. Er zijn twee verwante
soorten.De eerste is BLAUWFAZANTJES. Het mannetje
van het blauwfazantje heeft een sikkelvormige
rode wangvlek. De tweede is het
BLAUWKOP-BLAUWFAZANTJE Daar is het mannetje
helder lichtblauw aan de kop, keel en
lichaamszijden en de bovendelen zijn geelbruin.
Deze laaste sort wordt wel als de sterkste
beschouwd, maar van alle genoemde soorten zijn
broedresultaten te verwachten bij een goede
verzorging.
|